Américain natuur, (steak) tartaar, rauw gehakt,… er zijn verschillende benamingen voor dit gerecht. In feite is het niks anders dan fijngehakt rauw rundvlees waar nog enkele ingrediënten (naargelang jouw persoonlijke smaak) aan worden toegevoegd.
Wat is nu het allerbelangrijkste aan een tartaar? De kwaliteit, de versheid en het soort rundvlees dat je kiest. Voor de koude bereiding van tartaar kies je best een vetarm stuk dat van goede kwaliteit is en op zich al een malse structuur heeft. Bavette wordt hier vaak voor gebruikt. En vergeet niet dat je werkt met rauw vlees, zorg er dus voor dat het goed gekoeld is.
Als ik de tartaar maak om als beleg op de boterham te smeren, opteer ik vaak voor de meest eenvoudige versie: puur natuur, zonder augurken noch kappertjes. Gewoon wat fijn gehakt rundvlees gemengd met fijngesnipperde sjalotjes. Lepeltje mosterd, lepeltje mayonaise. Wat tabasco en Worcestershire saus. Meer moet dat niet zijn. Het water smelt me in de mond.
Ga ik voor een kant-en-klare versie? Dan koop ik tartaar op slechts één adres. Bij Dierendonck. Ik heb het geluk op St-Katelijne (Brussel) te wonen waar één van hun winkels gevestigd is. De tartaar van het huis is werkelijk om vingers van af te likken. Afgewerkt met schilfers Parmezaanse kaas. Een potje van 500 gr graag 🙂
