BEREIDINGSWIJZE – VERWARM DE OVEN VOOR OP 220° C

• Bereid het bladerdeeg door de patisseriebloem en de boter te kneden en er vervolgens het water en het snuifje zout aan toe te voegen. Ik gebruik hiervoor mijn keukenrobot. Rol tot een bol en laat een half uurtje afkoelen in de frigo.
• Schil de appels, verwijder de pitjes en snij ze in kwartjes. Giet de karamelsaus uit in je braadpan en rangschik er vervolgens mooi de appels in (neem een pan die je in de oven mag zetten). Vul op met een tweede rij appelkwartjes, zorg er voor dat er geen lege ruimtes zijn. Werk af met de extra klontjes boter bovenop de appels.
• Haal het bladerdeeg uit de frigo en rol het uit tot een cirkel die net iets groter is dan de omtrek van je braadpan. Doe dit op een “bebloemd” ondervlak zodat het deeg niet gaat aaneenplakken. Bedek de appels met het deeg. Vouw de randen van het vel rondom de appels die langs de rand van de pan liggen. Werk af met poedersuiker. Bak de taart gedurende zo’n 45 minuten.
• De taart is klaar wanneer de karamel omhoog komt langs de kanten en het deeg gebakken is. Haal ze uit de oven en laat ze een kwartier afkoelen. Plaats een groot bord omgekeerd op de pan en draai ze nu om. De taart is klaar om geserveerd te worden.