Witloof risotto: mmm!
Dat risotto romig en smeuïg moet zijn, daar valt niet over te discuteren. Hij dient zacht van smaak te zijn doch met een goeie “bite”. De keuze van de rijst, het soort pan die je gebruikt en welke smaakmakers je toevoegt, zijn de elementen die leiden tot een geslaagde risotto. Ik neem jullie mee in mijn bereidingswijze en pretendeer helemaal niet dat dit de enige, juiste manier van risotto bereiden is. Het is gewoon mijn manier van risotto maken zoals ik hem het liefste eet. En ik paste deze manier toe om de hier-in-huis geliefde witloof risotto te maken.
Welke rijst kiezen om risotto te maken?
Rijst is het hoofdingrediënt van risotto dus kies de juiste rijstkorrel. Wie risotto zegt, denkt meteen aan twee soorten rijst: Arborio en Carnaroli. Deze soorten hebben een iets stevigere korrel en bevatten meer zetmeel waardoor de risotto de nodige romigheid verkrijgt. Mijn persoonlijke voorkeur is de Arborio die in mijn ogen de perfecte bite heeft. Maar nog eens, ieder heeft zijn eigen smaak en voorkeur dus test gerust beide korrels uit en kies die soort die jij het liefste lust.
De juiste risotto pan
Ga voor een hoge, smalle pan waarin de korrels langs elkaar heen wrijven en op die manier veel zetmeel vrijgeven. Roeren doe ik met een houten lepel. Ik volgde ooit een Italiaans workshop en ik hoor Isabella nog zeggen “roeren dat doen we drie keer & basta“. Drie keer bevochtigen en drie keer roeren. Zo simpel kan het zijn.
Je moet de rijst eerst een paar minuten in olie bakken. Alle rijstkorrels dienen bedekt te zijn met een laagje olie zodat ze mooi glazig worden. Het bakken in olie zorgt voor een optimale smaak en textuur. De korrels kunnen hierdoor meer vocht opnemen, met een smaakvoller resultaat.
De smaakmakers van een perfecte risotto
Eenmaal de rijstkorrels glazig zijn, dienen ze “geblust” te worden. Dat doen we met witte wijn. Laat deze 2-3 minuten helemaal inkoken op een hoog vuur. Zo verdamp je de alcohol. Ik kies vaak voor een Sauvignon Blanc of een Pinot Grigio.
Na het blussen met de wijn, zet je het vuur opnieuw lager en is het tijd voor de ster van het gerecht: de fond. De korrels nemen alle smaak en al het aroma van de fond op. Kies dus een fond van uitstekende kwaliteit. Warm deze eerst tot net tegen het kookpunt op in een afzonderlijke pan. Ga je de fond koud toevoegen, dan ga je het kookproces hinderen door temperatuurwisselingen te creëren.
Voeg de fond in drie keer toe en wacht dus telkens tot al het vocht is opgenomen alvorens een nieuwe hoeveelheid toe te voegen. Hoe meer je tijdens het koken roert, hoe meer zetmeel er vrijkomt en hoe smeuïger je risotto wordt. Het roeren is dus belangrijk, maar je moet er niet in overdrijven. Anders krijg je een “zompige” risotto en dat willen we zeker niet. Ik roer telkens nadat ik een hoeveelheid fond heb toegevoegd en nogmaals nét voor ik een nieuwe hoeveelheid fond toevoeg.
Afwerken doe ik met klontjes ongezouten roomboter en Parmezaan schilfers. En uiteraard een draai van de pepermolen en een snuifje zout. Serveren in een diep bord en versieren met wat groene kruiden. In deze witloof risotto ging ik voor peterselie, enkele blaadjes zuring en een eetbaar viooltje.
Geen fan van witloof? Neem dan even een kijkje naar deze recepten: risotto met bospaddenstoelen of de zomerse versie van risotto met mosselen.
Witloof risotto
Course: Hoofdgerecht4
personenEen variant op de klassieke risotto: witloof risotto. Lekker romig en smeuïg. Met een beperkt aantal ingrediënten een smaakbommetje op tafel toveren, zo zou ik dit gerecht omschrijven. Probeer jij het ook even uit?
INGREDIËNTEN
Olijfolie – 4 stronken witloof – 300 gr Arborio rijst
1 glas witte wijn – 800 ml fond van gevogelte
Een paar klontjes ongezouten roomboter – een handvol Parmezaan schilfers – peper en zout
Afwerking: verse groene kruiden
BEREIDINGSWIJZE
- Verhit de olijfolie in een pan en stoof het fijngesneden witloof zachtjes aan. Voeg de Arborio rijst toe en bak op een hoog vuur tot de korrels glazig zijn (2-3 minuten).
- Blus met de witte wijn en laat even verdampen. Voeg vervolgens – in drie keer – de gevogeltefond toe. Dit neemt ongeveer 20-30 minuten tijd in.
- Roer er net voor het einde de klontjes boter en de Parmezaan onder. Kruid af met peper en zout.
- Versier jouw bord met de verse groene kruiden.
0 reacties